Algemene voorwaarden

NEDERLANDSE EXPEDITIEVOORWAARDEN

ALGEMENE VOORWAARDEN

VAN DE FENEX

(Nederlandse Organisatie voor Expeditie en Logistiek)

gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken te Amsterdam,
Arnhem, Breda en Rotterdam op 1 juli 2004

Werkingssfeer

Artikel 1.

  1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op iedere vorm van dienstverlening die de expediteur verricht. Onder expediteur in het kader van deze algemene voorwaarden wordt niet uitsluitend verstaan de expediteur als bedoeld in Boek 8 BW. Als opdrachtgever van de expediteur wordt beschouwd, degene die de opdracht tot het verrichten van handelingen en werkzaamheden aan de expediteur geeft, ongeacht de overeengekomen wijze van betaling.
  2. Ten aanzien van de handelingen en werkzaamheden, zoals die van cargadoors, stuwadoors, vervoerders, assurantiebemiddelaars, opslag- en controlebedrijven enz. die door de expediteur worden verricht, zullen mede van toepassing zijn de in de betrokken bedrijfstak gebruikelijke voorwaarden, onderscheidenlijk voorwaarden waarvan de toepasselijkheid is bedongen.
  3. De expediteur is te allen tijde gerechtigd van toepassing te verklaren bepalingen uit voorwaarden van derden met wie hij ter uitvoering van de gegeven opdracht overeenkomsten heeft gesloten.
  4. De expediteur heeft het recht de uitvoering van de opdracht en/of de daarmede samenhangende werkzaamheden te doen geschieden door derden of met werknemers van derden. Voorzover die derden, of hun werknemers jegens de opdrachtgever van de expediteur wettelijk aansprakelijk zijn, is te hunnen behoeve bedongen, dat zij bij de werkzaamheden, waartoe de expediteur hen gebruikt, zullen worden beschouwd als uitsluitend in dienst te zijn van de expediteur. Te hunnen aanzien zullen ondermeer gelden alle bedingen betreffende uitsluiting en beperking van aansprakelijkheid, alsmede betreffende vrijwaring van de expediteur, als omschreven in deze voorwaarden.
  5. Opdrachten tot aflevering onder rembours, tegen bankbewijs enz. worden geacht expeditiewerkzaamheden te zijn.

Tot stand komen van de overeenkomst

Artikel 2.

  1. Alle door de expediteur gedane aanbiedingen zijn vrijblijvend.
  2. Alle aangeboden en overeengekomen prijzen zijn gebaseerd op de tarieven, lonen, kosten van sociale maatregelen en/of wetten, vracht- en koersnoteringen, die gelden ten tijde van het aanbieden, respectievelijk het aangaan der overeenkomst.
  3. Bij wijziging van één of meer dezer factoren worden ook de aangeboden of overeengekomen prijzen dienovereenkomstig en tot het moment van wijziging met terugwerkende kracht gewijzigd. De expediteur dient de wijzigingen te kunnen aantonen.

Artikel 3.

  1. Indien door de expediteur all-in respectievelijk forfaitaire tarieven worden berekend, moeten in deze tarieven worden beschouwd te zijn begrepen alle kosten die in het algemeen bij normale afwikkeling van de opdracht voor rekening van de expediteur komen.
  2. Tenzij het tegendeel is bedongen, zijn in all-in respectievelijk forfaitaire tarieven in ieder geval niet begrepen: rechten, belastingen en heffingen, consulaats- en legalisatiekosten, kosten voor het opmaken van bankgaranties en verzekeringspremiën.
  3. Voor bijzondere prestaties, ongewone, bijzonder tijdrovende of inspanning vereisende werkzaamheden, kan steeds een extra – naar billijkheid vast te stellen ­beloning in rekening worden gebracht.

Artikel 4.

  1. Bij onvoldoende laad- en/of lostijd – ongeacht de oorzaak daarvan – komen alle daaruit voortvloeiende kosten, zoals overliggelden enz. voor rekening van de opdrachtgever, ook dan wanneer de expediteur het connossement en/of de charterpartij, waaruit de extra kosten voortvloeien, zonder protest heeft aangenomen.
  2. Buitengewone onkosten en hogere arbeidslonen, die ontstaan wanneer vervoersondernemingen krachtens enige bepaling in de desbetreffende vervoersdocumenten gedurende de avond, de nacht, op zaterdagen of op zon- of feestdagen tot laden of lossen overgaan, zijn niet in de overeengekomen prijzen begrepen, tenzij zulks afzonderlijk is bedongen. Zulke kosten moeten dientengevolge door de opdrachtgever aan de expediteur worden vergoed.

Artikel 5.

  1. Verzekering van welke aard ook wordt slechts voor rekening en risico van de opdrachtgever bezorgd op uitdrukkelijke schriftelijke opdracht. De te verzekeren risico’s dienen daarbij duidelijk te worden genoemd. Opgaaf der waarde alleen is niet voldoende.
  2. Indien de expediteur een verzekering op eigen naam heeft gesloten, is hij slechts gehouden – desgevraagd – zijn aanspraken op de verzekeraar aan de opdrachtgever over te dragen.
  3. Voor de keuze van de verzekeraar en diens gegoedheid is de expediteur niet verantwoordelijk.
  4. De expediteur is, wanneer hij bij de uitvoering van de opdracht gebruik maakt van bokken en dergelijke werktuigen, gerechtigd voor rekening van de opdrachtgever een verzekering te sluiten, die de risico’s dekt die voor de expediteur uit het gebruik van deze werktuigen voortvloeien.

Artikel 6.

  1. Het aan de expediteur verstrekken van gegevens, vereist voor het verrichten van douaneformaliteiten, houdt opdracht daartoe in, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.

Artikel 7.

  1. Indien de opdrachtgever daaromtrent bij zijn opdracht geen bepaalde voorschriften heeft gegeven, zijn de wijze van verzending en de route ter keuze van de expediteur, waarbij deze steeds de documenten kan aannemen, die bij de ondernemingen, met welke hij ter uitvoering van de hem gegeven opdracht contracteert, gebruikelijk zijn.

Artikel 8.

  1. De opdrachtgever is verplicht te zorgen dat de zaken op de overeengekomen plaats en tijd ter beschikking zijn.
  2. De opdrachtgever is verplicht te zorgen, dat zowel de voor ontvangst als voor verzending vereiste documenten, alsmede instructies, tijdig in het bezit van de expediteur zijn.
  3. De expediteur is niet gehouden doch wel gerechtigd te onderzoeken of de hem gedane opgaven juist en volledig zijn.
  4. De expediteur is niet verplicht bij gebreke van documenten tegen garantie te ontvangen. Indien de expediteur een garantie stelt, is zijn opdrachtgever gehouden hem te vrijwaren tegen alle gevolgen daarvan.

Artikel 9.

  1. Alle manipulaties zoals controleren, bemonsteren, tarreren, tellen, wegen, meten enz. en in ontvangst nemen onder gerechtelijke expertise geschieden uitsluitend op uitdrukkelijk voorschrift van de opdrachtgever en tegen vergoeding der kosten.
  2. Desalniettemin is de expediteur gerechtigd, doch niet verplicht, op eigen gezag voor rekening en risico van de opdrachtgever alle maatregelen te treffen, die hij in het belang van laatstgenoemde nodig acht.
  3. Als deskundige treedt de expediteur niet op. Voor hem ontstaat generlei aansprakelijkheid uit opgaven van toestand, aard of kwaliteit der zaken; evenmin neemt hij enige aansprakelijkheid op zich ten aanzien van overeenstemming van monsters met de partij.

Artikel 10.

  1. De bijvoeging “circa” geeft de opdrachtgever vrijheid 2,5 % meer of minder te leveren.

Aansprakelijkheid

Artikel 11.

  1. Alle handelingen en werkzaamheden geschieden voor rekening en risico van de opdrachtgever.
  2. De expediteur is – onverlet het bepaalde in artikel 16 – niet aansprakelijk voor enige schade, tenzij de opdrachtgever bewijst dat de schade is ontstaan door schuld of nalatigheid van de expediteur of diens ondergeschikten.
  3. De aansprakelijkheid van de expediteur is in alle gevallen beperkt tot 10.000 SDR per gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen met één en dezelfde schade-oorzaak, met dien verstande dat in geval van beschadiging, waardevermindering of verlies van de in de opdracht begrepen zaken de aansprakelijkheid zal zijn beperkt tot 4 SDR per kg beschadigd of verloren gegaan brutogewicht met een maximum van 4.000 SDR per zending.
  4. De door de expediteur te vergoeden schade zal nimmer meer bedragen dan de door de opdrachtgever te bewijzen factuurwaarde van de zaken, bij ontbreken waarvan de door de opdrachtgever te bewijzen marktwaarde zal gelden op het moment dat de schade is ontstaan. De expediteur is niet aansprakelijk voor gederfde winst, gevolgschade en immateriële schade.
  5. Indien bij de uitvoering van de opdracht schade ontstaat waarvoor de expediteur niet aansprakelijk is, dient de expediteur zich in te spannen om de schade van de opdrachtgever te verhalen op degene die voor de schade aansprakelijk is. De expediteur is gerechtigd de daarbij gemaakte kosten aan de opdrachtgever in rekening te brengen. Desgevraagd staat de expediteur zijn aanspraken op de door hem ter uitvoering van de opdracht ingeschakelde derden aan de opdrachtgever af.
  6. De opdrachtgever is jegens de expediteur aansprakelijk voor schade tengevolge van de (aard der) zaken en de verpakking daarvan, de onjuistheid, onnauwkeurigheid of onvolledigheid van instructies en gegevens, het niet of niet tijdig ter beschikking stellen van de zaken op de afgesproken tijd en plaats, alsmede het niet of niet tijdig verstrekken van documenten en/of instructies en de schuld of nalatigheid in het algemeen van de opdrachtgever en diens ondergeschikten en door hem ingeschakelde en/of werkzame derden.
  7. De opdrachtgever zal de expediteur vrijwaren tegen aanspraken van derden, waaronder begrepen ondergeschikten van zowel de expediteur als de opdrachtgever, die verband houden met de in het vorige lid bedoelde schade.
  8. De expediteur, die niet zelf vervoert, is, ook in geval all-in respectievelijk forfaitaire tarieven zijn overeengekomen, niet als vervoerder, doch volgens deze voorwaarden aansprakelijk.

Artikel 12.

  1. Als overmacht gelden alle omstandigheden die de expediteur redelijkerwijze niet heeft kunnen vermijden en waarvan de expediteur de gevolgen redelijkerwijze niet heeft kunnen verhinderen.

Artikel 13.

  1. Ingeval van overmacht blijft de overeenkomst van kracht, de verplichtingen van de expediteur worden echter voor de duur van de overmacht opgeschort.
  2. Alle extra kosten veroorzaakt door overmacht, zoals transport- en opslagkosten, pakhuis- of terreinhuur, overlig- en staangelden, assurantie, uitslag enz., komen ten laste van de opdrachtgever en dienen op eerste verzoek van de expediteur aan deze te worden voldaan.

Artikel 14.

  1. Enkele vermelding door de opdrachtgever van een tijd van aflevering bindt de expediteur niet.
  2. Tijden van aankomst worden door de expediteur niet gegarandeerd, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.

Artikel 15.

  1. Indien vervoerders weigeren voor stukstal, gewicht enz. te tekenen, is de expediteur voor de gevolgen daarvan niet verantwoordelijk.

Dwingend recht

Artikel 16.

  1. Indien de zaken niet zonder vertraging ter bestemming worden afgeleverd in de staat, waarin zij ter beschikking zijn gesteld, is de expediteur, voor zover hij een vervoerovereenkomst die hij met een ander zou sluiten, zelf uitvoerde, verplicht zulks onverwijld aan de opdrachtgever die hem kennis gaf van de schade mede te delen.
  2. Doet de expediteur de in het eerste lid bedoelde mededeling niet, dan is hij, wanneer hij daardoor niet tijdig als vervoerder is aangesproken, naast vergoeding van de schade die de opdrachtgever overigens dientengevolge leed, een schade­loosstelling verschuldigd gelijk aan de schadevergoeding, die hij zou hebben moeten voldoen, wanneer hij wel tijdig als vervoerder zou zijn aangesproken.
  3. Indien de zaken niet zonder vertraging ter bestemming worden afgeleverd in de staat, waarin zij ter beschikking zijn gesteld, is de expediteur voor zover hij de vervoerovereenkomst, welke hij met een ander zou sluiten, niet zelf uitvoerde, verplicht de opdrachtgever onverwijld te doen weten welke vervoerovereenkomsten hij ter uitvoering van zijn verbintenis aanging. Hij is tevens verplicht de opdrachtgever alle documenten ter beschikking te stellen, waarover hij beschikt of die hij redelijkerwijs kan verschaffen, voorzover deze althans kunnen dienen tot verhaal van opgekomen schade.
  4. De opdrachtgever verkrijgt jegens degeen, met wie de expediteur heeft gehandeld, van het ogenblik af, waarop hij de expediteur duidelijk kenbaar maakt, dat hij hen wil uitoefenen, de rechten en bevoegdheden, die hem zouden zijn toegekomen, wanneer hijzelf als afzender de overeenkomst zou hebben gesloten. Hij kan ter zake in rechte optreden, wanneer hij overlegt een door de expediteur – of in geval van diens faillissement door diens curator – af te geven verklaring, dat tussen hem en de expediteur ten aanzien van de zaken een overeenkomst tot het doen vervoeren daarvan werd gesloten.
  5. Komt de expediteur een verplichting als in het derde lid bedoeld niet na, dan is hij, naast vergoeding van de schade die de opdrachtgever overigens dientengevolge leed, een schadeloosstelling verschuldigd gelijk aan de schadevergoeding die de opdrachtgever van hem had kunnen verkrijgen, wanneer hij de overeenkomst die hij sloot, zelf had uitgevoerd, verminderd met de schadevergoeding die de opdrachtgever mogelijkerwijs van de vervoerder verkreeg.

Betaling

Artikel 17.

  1. De opdrachtgever is verplicht de expediteur de overeengekomen vergoeding en de andere uit de overeenkomst en/of deze voorwaarden voortvloeiende kosten, vrachten, rechten, enz. bij aankomst van te ontvangen onderscheidenlijk bij ver­zending van te verzenden zaken, te voldoen. Het risico van koersschommelingen is voor rekening van de opdrachtgever.
    De overeengekomen vergoeding en de andere uit de overeenkomst en/of deze voorwaarden voortvloeiende kosten, vrachten, rechten, enz. zijn ook verschuldigd indien bij de uitvoering van de overeenkomst schade is opgetreden.
  1. Indien in afwijking van lid 1 van dit artikel door de expediteur een krediettermijn wordt toegepast, is de expediteur gerechtigd een kredietbeperkingstoeslag in rekening te brengen.
  2. Wanneer de opdrachtgever niet dadelijk na opgave respectievelijk na de toegepaste krediettermijn het verschuldigde betaalt, is de expediteur gerechtigd de wettelijke rente conform de artikelen 6:119 of 6:119a Burgerlijk Wetboek in rekening te brengen.
  3. Bij opzegging of ontbinding van de overeenkomst worden alle vorderingen -ook toekomstige – van de expediteur terstond en in hun geheel opeisbaar. In elk geval zullen alle vorderingen terstond en in hun geheel opeisbaar zijn indien:

het faillissement van de opdrachtgever wordt uitgesproken, de opdrachtgever surseance van betaling aanvraagt of anderszins de vrije beschikking over zijn vermogen verliest;

–        de opdrachtgever een akkoord aan zijn schuldeisers aanbiedt, in gebreke is met de nakoming van enige financiële verplichting jegens de expediteur, ophoudt zijn bedrijf uit te oefenen of – ingeval van een rechtspersoon of vennootschap ­indien deze ontbonden wordt.

  1. De opdrachtgever is uit hoofde van de expeditie-overeenkomst verplicht om op eerste vordering van de expediteur zekerheid te stellen voor hetgeen de opdrachtgever aan de expediteur is verschuldigd dan wel wordt verschuldigd. Deze verplichting bestaat ook, indien de opdrachtgever zelf in verband met het verschuldigde reeds zekerheid heeft moeten stellen of heeft gesteld.
  2. De expediteur is niet verplicht uit eigen middelen zekerheid te stellen voor betaling van vracht, rechten, heffingen, belastingen en/of andere kosten, zo deze mocht worden verlangd. Alle gevolgen van het niet of niet dadelijk voldoen aan een verplichting tot zekerheidstelling komen ten laste van de opdrachtgever.

Indien de expediteur uit eigen middelen zekerheid heeft gesteld, is hij gerechtigd van de opdrachtgever onverwijlde betaling van het bedrag, waarvoor zekerheid is gesteld, te vorderen.

  1. De opdrachtgever is te allen tijde verplicht in verband met de opdracht door enige overheid in te vorderen dan wel na te vorderen bedragen alsmede daarmee samenhangende opgelegde boetes aan de expediteur te vergoeden.

Voornoemde bedragen dienen eveneens door de opdrachtgever aan de expediteur te worden vergoed, indien de expediteur in verband met de expeditie-overeenkomst hiervoor door een door hem ingeschakelde derde wordt aangesproken.

  1. De opdrachtgever zal de expediteur te allen tijde vergoeden de bedragen die als gevolg van onjuist geheven vrachten en kosten, alsmede alle extra kosten die van de expediteur in verband met de opdracht worden gevorderd dan wel nagevorderd.
  2. De opdrachtgever is niet gerechtigd schuldvergelijking toe te passen ten aanzien van bedragen, die de expediteur aan de opdrachtgever krachtens een tussen hen bestaande overeenkomst in rekening brengt.

Artikel 18.

  1. Betalingen á conto worden geacht in de eerste plaats in mindering op concurrente vorderingen te zijn geschied, ongeacht of bij de betaling andere aanwijzingen zijn gegeven.
  2. Indien bij niet-tijdige betaling tot incasso langs gerechtelijke of andere weg wordt overgegaan, wordt het bedrag der vordering verhoogd met 10% administratiekosten, terwijl de gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten ten laste van de opdrachtgever komen tot het door de expediteur betaalde of verschuldigde bedrag.

Artikel 19.

  1. De expediteur heeft jegens een ieder, die daarvan afgifte verlangt, een pandrecht en een retentierecht op alle zaken, documenten en gelden die de expediteur uit welke hoofde en met welke bestemming ook onder zich heeft of zal krijgen, voor alle vorderingen die hij ten laste van de opdrachtgever en of eigenaar heeft of mocht krijgen. Bij doorzending van de zaken is de expediteur gerechtigd het verschuldigde bedrag daarop na te nemen of daarvoor een wissel te trekken met aangehechte verladingsdocumenten.
  2. De expediteur kan de hem in lid 1 toegekende rechten eveneens uitoefenen voor hetgeen hem door de opdrachtgever nog verschuldigd is in verband met voorgaande opdrachten.
  3. De expediteur is gerechtigd de hem in lid 1 toegekende rechten, tevens uit te oefenen voor hetgeen bij wijze van rembours op de zaak drukt.
  4. Bij niet voldoening van de vordering geschiedt de verkoop van het onderpand op de bij de wet bepaalde wijze of – indien daaromtrent overeenstemming bestaat ­ondershands.

Slotbepalingen
Artikel 20.

  1. Gerechtelijke en arbitrale procedures tegen derden worden door de expediteur niet gevoerd, tenzij deze zich daartoe op verlangen van de opdrachtgever en voor diens rekening en risico bereid verklaart.

Artikel 21.

  1. Onverminderd het in lid 5 van dit artikel bepaalde verjaart elke vordering door het enkele verloop van negen maanden.
  2. Elke vordering jegens de expediteur vervalt door het enkele verloop van 18 maanden.
  3. De in de leden 1 en 2 genoemde termijnen, vangen aan op de dag volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden, dan wel de dag volgende op die waarop de benadeelde met de schade bekend is geworden. Onverminderd het hiervoor bepaalde, vangen voornoemde termijnen voor vorderingen met betrekking tot beschadiging, waardevermindering of verlies van de zaken aan op de dag volgende op die van aflevering. Onder dag van aflevering wordt verstaan; de dag waarop de zaken uit het vervoermiddel zijn afgeleverd, dan wel, indien zij niet zijn afgeleverd, hadden moeten zijn afgeleverd.
  4. In het geval de expediteur door enige overheid dan wel derden als bedoeld in artikel 17 lid 7 wordt aangesproken, vangt de in lid 1 genoemde termijn aan vanaf de eerste van de volgende dagen:
  • de dag volgende op die waarop de expediteur door enige overheid dan wel derde is aangesproken;
  • de dag volgende op die waarop de expediteur de tot hem gerichte vordering heeft voldaan.

Indien de expediteur of een door hem ingeschakelde derde als bedoeld in artikel 17 lid 7 in bezwaar en/of beroep is gegaan, vangt de in lid 1 genoemde termijn aan op de dag volgende op die waarop de uitspraak in bezwaar en/of beroep definitief is geworden.

  1. Tenzij de situatie als bedoeld in lid 4 van dit artikel zich voordoet, begint, indien na

de termijn van verjaring één van de partijen wordt aangesproken voor hetgeen door hem aan een derde is verschuldigd, een nieuwe termijn van verjaring die drie maanden beloopt.

Artikel 22.

  1. Alle overeenkomsten, waarop deze voorwaarden van toepassing zijn, zullen onderworpen zijn aan Nederlands recht.
  2. Als plaats van vereffening en schaderegeling geldt de plaats van vestiging van de expediteur.

Geschillen

Artikel 23.

  1. Alle geschillen, die tussen de expediteur en zijn wederpartij mochten ontstaan, zullen met uitsluiting van de gewone rechter in hoogste ressort worden beslist door drie arbiters. Een geschil is aanwezig wanneer één der partijen verklaart dat dit het geval is.

Onverminderd het in de voorgaande alinea bepaalde staat het de expediteur vrij vorderingen van opeisbare geldsommen, waarvan de verschuldigdheid niet door de wederpartij binnen vier weken na factuurdatum schriftelijk is betwist, voor te leggen aan de bevoegde Nederlandse rechter in de vestigingsplaats van de expediteur. Eveneens staat het de expediteur vrij vorderingen met een spoedeisend karakter in kort geding voor te leggen aan de bevoegde Nederlandse rechter in de vestigingsplaats van de expediteur.

  1. Eén der arbiters wordt benoemd door de Voorzitter respectievelijk Vice-voorzitter van de FENEX; de tweede wordt benoemd door de Deken der Orde van Advocaten van het arrondissement waarbinnen vorenbedoelde expediteur is gevestigd; de derde wordt benoemd door beide aldus aangewezen arbiters in onderling overleg.
  2. De Voorzitter van de FENEX zal een terzake van expeditie deskundig persoon benoemen; de Deken der Orde van Advocaten zal verzocht worden een jurist te benoemen; als derde arbiter zal bij voorkeur gekozen moeten worden een persoon, die deskundig is terzake van de tak van handel of bedrijf, waarin de wederpartij van de expediteur werkzaam is.
  3. De partij die een beslissing van het geschil verlangt, zal hiervan per aangetekende brief of per fax, mededeling doen aan het secretariaat van de FENEX onder korte omschrijving van het geschil en zijn vordering, alsmede onder gelijktijdige toezending van het door het bestuur van de FENEX vast te stellen bedrag aan administratiekosten, verschuldigd als vergoeding voor de administratieve bemoeiingen van de FENEX bij een arbitrage.
    Een zaak is aanhangig op de dag van ontvangst bij het secretariaat van de FENEX van eerder genoemde aangetekende brief of fax.
  4. Na ontvangst van bovengenoemde arbitrage-aanvraag zal het secretariaat van de FENEX ten spoedigste de ontvangst daarvan bevestigen en een kopie daarvan zenden aan de wederpartij, aan de Voorzitter van de FENEX, aan de Deken der Orde van Advocaten, wat de beide laatsten betreft met het verzoek ieder een arbiter te benoemen en het FENEX-secretariaat naam en woonplaats van de benoemde mede te delen.
    Na ontvangst hiervan zal het FENEX-secretariaat ten spoedigste de derde arbiter van zijn benoeming in kennis stellen onder toezending van een kopie der arbitrage­aanvrage en een exemplaar van deze algemene voorwaarden. Vervolgens zal het FENEX-secretariaat beide partijen mededelen wie tot arbiters zijn benoemd.
  5. Mocht binnen twee maanden na het indienen der arbitrage-aanvrage de benoeming van alle drie arbiters niet hebben plaatsgehad, dan zullen alle arbiters op bij eenvoudig rekest te doen verzoek van de meest gerede partij, worden benoemd door de President van de Arrondissementsrechtbank binnen wiens ressort de expediteur is gevestigd.
  6. Als Voorzitter van arbiters treedt op de door de Deken benoemde. Indien de benoeming door de President van de Arrondissementsrechtbank plaatsvindt, stellen arbiters onderling vast, wie hunner als voorzitter zal fungeren. De plaats van arbitrage is de plaats waar de voorzitter van arbiters is gevestigd.
    Arbiters zullen uitspraak doen als goede mannen naar billijkheid onder gehoudenheid de toepasselijke dwingendrechtelijke bepalingen in acht te nemen. Waar toepasselijk zullen zij voorts de bepalingen van internationale vervoersverdragen, waaronder onder meer het verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR), toepassen.
    Arbiters bepalen op welke wijze de arbitrage zal worden behandeld, met dien verstande dat partijen in ieder geval in de gelegenheid zullen worden gesteld hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en mondeling toe te lichten.
  7. De opdracht aan arbiters duurt voort tot aan de eindbeslissing. Hun vonnis zullen zij deponeren ter Griffie van de Arrondissementsrechtbank binnen welk arrondissement de plaats van de arbitrage is gelegen, terwijl zij daarvan kopie zullen toezenden aan ieder van de partijen en aan het secretariaat van de FENEX.
    Arbiters kunnen vooraf van de eisende partij of van beide partijen een depot voor arbitragekosten verlangen; tijdens de behandeling kunnen zij aanvulling daarvan eisen. Indien binnen drie weken na een desbetreffend verzoek het door arbiters van eisende partij verlangde depot niet is gestort, wordt deze partij geacht de arbitrage te hebben ingetrokken. Arbiters zullen in hun vonnis bepalen wie van de beide partijen of voor welk deel ieder van partijen de arbitragekosten zal hebben te dragen. Hieronder zijn te begrijpen het honorarium en de verschotten van arbiters, het bij aanvrage aan de FENEX betaalde bedrag aan administratiekosten, alsmede de door partijen gemaakte kosten, voorzover arbiters die redelijkerwijze noodzakelijk achten. Het aan arbiters toekomende wordt, voor zover mogelijk, op het depot verhaald.

Artikel 24.

  1. Deze algemene voorwaarden kunnen worden aangehaald als “Nederlandse Expeditievoorwaarden”.

FENEX, Nederlandse Organisatie voor Expeditie en Logistiek
PortCity II, Waalhaven Z.z. 19, 3e etage, Havennummer 2235, 3089 JH Rotterdam
Postbus 54200, 3008 JE Rotterdam

Goudsesingel 84
3011 KD Rotterdam
The Netherlands
T +31 0104046013
VSL Hong Kong
151 Gloucester Rd
Hong Kong
T + 852-28910270

BIC: INGBNL2A - IBAN: NL47 INGB 0008 9611 01

Chamber of Commerce: Kvk Rotterdam 57201943

VAT/BTW Nr.: NL852480416B01